Gewone ziekten kan het afweersysteem goed aan en horen bij het leven. Een ziekte door een virus, bijvoorbeeld een buikgriep, kan best heftig zijn, maar is in een gezond lichaam binnen een week weer over.
Chronische ziekten ontstaan doordat het afweersysteem niet meer in staat is zelf de klachten te genezen, de patiënt blijft uit balans en de klachten blijven aanhouden, keren terug of worden ernstiger. Ziekten ontstaan door een aantal omstandigheden.
Tijdens een eerste consult wordt uitgebreid gezocht naar een homeopathische verklaring van het ontstaan en het verloop van de ziekten:
- Op de 1e plaats wordt de erfelijkheid in beeld gebracht: welke ziekten komen er in het voorgeslacht voor. Zit er een bepaalde tendens in het type ziekten? Welke aanleg heeft me patiënt mogelijk meegekregen? Zien we deze tendens bij de patiënt terug? (een ervaren homeopaat herkent de tendens aan diverse kleine details, het hoeft nog geen ziekte zijn)
- Op de 2e plaats wordt nauwkeurig de ontwikkeling van de verschillende ziekten in het leven op een rij gezet en onderzocht of er een samenhang tussen bestaat. Bijvoorbeeld de ontwikkeling van de oorontstekingen als peuter, de verwijderde neusamandelen als kleuter, de buikpijnen voor spannende gebeurtenissen op school, het pesten op de middelbare school, de ziekte van pfeiffer op het HBO, de blaasontstekingen later, naar de spastische darm, de onzekerheid op het werk en van de koortslippen naar de herpes zoster later. Op het 1e zicht een willekeurige reeks van ziekten in de verschillende fasen van het leven. Maar voor een geschoolde homeopaat een herkenbare ontwikkeling van oppervlakkige naar ernstiger gezondheidsklachten in een kenmerkende reeks.
- Op de 3e plaats wordt gekeken of persoonlijke omstandigheden tijdens het leven een rol spelen bij het ontwikkelen van en het type klachten. Zijn er ongelukken gebeurd, kon het kind zich goed ontwikkelen of speelde spanningen of soms zelfs geweld in de huiselijke omgeving een rol, hoe wordt er omgegaan met de eisen op het werk, is er sprake van veel verdriet, etc
- Op de 4e plaats wordt nauwkeurig gekeken naar de individuele verschijningsvormen van het klachten: wordt de ziekte erger of beter door kou of warmte, in de winter of de zomer, door regen of droogte, is de patiënt kouwelijk of warmbloedig, verbetert de klacht door bewegen of juist door stilzitten,is het erger ’s nachts of overdag, is de patiënt rustig of druk, angstig of juist onbevreesd, heeft hij of zij een hoge of lage pijndrempel, wat zijn de angsten, etc.
Op basis van al deze gegevens wordt een homeopathische analyse gemaakt en homeopathische medicijnen voorgeschreven. Bij chronische ziekten zullen deze medicijnen langere tijd worden ingenomen en van tijd tot tijd worden aangepast of veranderd, al naar gelang de ontwikkelingen. Tijdens zo’n behandeling zal, met ups en downs, een duidelijke ontwikkeling naar een betere gezondheid zichtbaar worden, waarbij niet alleen de lichamelijke klachten verminderen, maar ook een algeheel welbevinden terug komt.
Aan het eind van de 18e en begin van de 19e eeuw waren er hier en daar kritische geluiden te horen over het medische handelen van die tijd. één van de grootste critici was de Duitse arts Samuel Hahnemann (1755-1843). Hij was in die tijd een zeer bekend arts die een vooraanstaande plaats innam in de Duitse medische wereld. Hij kreeg ondermeer de opdracht de Duitse farmacopee te herzien. Dit is een handboek voor apothekers waarin precies staat hoe medicijnen moeten worden bereid. Dit standaardwerk is heel lang gebruikt.
Hahnemann voerde ook praktijk als arts, maar stopte hiermee uit onvrede. De manier waarop medicijnen werden voorgeschreven vond hij onwetenschappelijk. Bovendien constateerde hij dat de geneesmiddelen die hij zijn patiënten moest toedienen hen vaak meer kwaad dan goed deden. Om na het neerleggen van zijn praktijk in het levensonderhoud van zijn gezin te voorzien, legde hij zich toe op het vertalen van buitenlandse medische werken in het Duits. Bij de vertaling van een Engels werk stuitte hij op de verklaring van de werking van kinabast bij malaria. Kinabast,de bast van de Kinaboom, waar onze kinine van is afgeleid, werkte volgens de auteur zo goed tegen malaria omdat deze een bittere stof bevatte. Hahnemann vond deze verklaring zeer onbevredigend.
Op zoek naar een betere verklaring besloot hij het middel kinabast op zichzelf uit te testen. In het verslag van deze test schreef hij: “Ik nam bij wijze van experiment tweemaal daags 15 gram kinabast. Eerst werden mijn voeten, vingertoppen enz koud. Ik werd snel en suf; vervolgens begon mijn hart snel te kloppen,mijn pols werd snel en zwak. Onverdraaglijke angst, beven,een gevoel van uitputting in al mijn ledematen; daarna kloppingen in mijn hoofd, rode wangen, kortweg alle symptomen die normaal kenmerkend zijn voor wisselkoorts deden zich voor. Korte tijd had ik last van kenmerkende malariasymptomen als verwardheid, een soort stijfheid in alle ledematen en een verdoofd onaangenaam gevoel dat in het beenvlies schijnt te zetelen,in elk bot van het lichaam. Deze hevige aanval duurde telkens twee tot drie uur en keerde terug als ik de dosis herhaalde, anders niet. Ik hield er mee op en was goed gezond.”
Dit was een heel opmerkelijke ontdekking: nadat een gezond persoon een geneesmiddel tegen malaria inneemt, krijgt hij gedurende enkele uren malariasymptomen! De vraag die Hahnemann hierna stelde was, of dit een eenmalige toevallige gebeurtenis was, of dat dit ook voor andere geneesmiddelen zou gelden. Om op deze vraag een antwoord te vinden begon Hahnemann in eerste instantie allerlei stoffen op zichzelf uit te proberen. Later werd bij deze experimenten een groot aantal proefpersonen ingeschakeld. Telkens wanneer iemand een stof had ingenomen, werd nauwkeurig genoteerd van welke symptomen de proefpersoon last kreeg. Daarbij werd niet alleen op de lichamelijke symptomen gelet, maar ook op veranderingen op mentaal en emotioneel gebied. Zo werd van een groot aantal stoffen de nauwkeurige uitwerking op gezonde mensen bekend. Na een aantal jaren beschikten Hahnemann en zijn medewerkers over de resultaten van vele tientallen geneesmiddelenproeven. Sommige geneesmiddelen bleken in staat te zijn meer dan 1000 symptomen bij de verschillende proefpersonen te veroorzaken! Als zijn vermoeden juist was, zou hij met deze kennis mensen werkelijk kunnen genezen.
Mensen die bepaalde klachten hadden kregen het medicijn wat in de testen dezelfde symptomen liet zien. Telkens zou hij dus nauwkeurig de symptomen van een patiënt moeten vergelijken met de werking van de door hem onderzochte stoffen. Omdat hij patiënten nodig had om dit in de praktijk te tonen, heropende hij zijn praktijk. In tegenstelling tot de ‘normale’ artsen, nam hij voor iedere patiënt veel tijd om nauwkeurig alle klachten op een rijtje te zetten en vervolgens een zoveel mogelijk ‘gelijkend’ medicijn voor te schrijven. En het werkte! De symptomen van zijn patiënten werden genezen door middelen die soortgelijke symptomen veroorzaakten bij gezonde proefpersonen. Kort gezegd: het gelijkende wordt door het gelijkende genezen. of in het Latijn: similia similibus curentur. Wanneer men in de homeopathie dit principe bedoelt, wordt kortweg gesproken over de similiaregel.
Bij het behandelen van zijn patiënten merkte Hahnemann dat de behandeling het meest succesvol was als hij alle verschijnselen, dus ook de emotionele en mentale karakteristieken van de patient, met zijn kennis van de geneesmiddelen vergeleek. Niet een enkel symptoom moest behandeld worden, maar de hele mens.
Het woord homeopathie is afgeleid van het Griekse woord homoios (= gelijkend) en pathein (= lijden). Homeopathie betekent dus ‘gelijkend lijden’. Met andere woorden: een patiënt krijgt een geneesmiddel toegediend dat,als dit door een gezond mens wordt ingenomen, bij die gezonde mens ziekteverschijnselen teweeg brengt die lijken op het ziektebeeld van de patiënt.